5. okt, 2021
Er is een kwaad – ik heb het gezien onder de zon – als een ernstige onachtzaamheid voortkomend vanaf het aangezicht van de machthebber: de dwaas wordt in de hoogste post gezet en rijken zitten in nederigheid … [proeve CV]
Bijschrift
In een maatschappij die zich niets van God aantrekt, ziet men eveneens hoe personen die slaafs puur menselijke leringen en ordeningen dienen, in hoog aanzien staan en gelauwerd worden, terwijl de notabelen die God wél vrezen, als niet goed snik weggezet worden.
In Prediker 9:11 – 10:15 staat wijsheid centraal, vaak geplaatst naast haar tegenpool: dwaasheid. In dat verband bedoelt Prediker met ‘rijken’ hier niet gefortuneerden, maar hen die rijk aan wijsheid zijn doordat zij God vrezen.
Behoren wij ook tot deze ‘rijken’?